Kippfest PRESENTEERD
METEN is WETEN

of
NEUSHAAR
(niet een musical)
WEL DEEL II

 

In deel 1 vond ik een heel intressant haartje... Maar wat zal er in deel 2 gebeuren? NEUSHAAR!

Nu moet u weten dat ik een gigantische porie heb op mijn niet minder aanzienlijk reukorgaan. Ik heb een foto ervan gemaakt:


Fig 1: mijn neus. Nee ik ben niet meer single TE LAAT dames.

Ik wilde eigenlijk een scherpere nemen, maar ik vond deze poëtischer, met die "Eerste foto van een zwart gat" soort van beleving. Daar waar die cirkel omheen staat, dat is mijn grote porie! Prachtding! Maar, zo ergens rond 2016, breekt het mijn hart u het te zeggen, werd die wel ernstig groot. Of groot, dacht ik, mijn bril afdoend om wat beter in de spiegel te kunnen kijken, duidelijk. Wat de hel is er aan de hand met dat ding? Is het een meeëter? Ik perstte het samen tot mijn halve neus paars zag, maar de porie nog steeds zwart. Geen meeëter, of anders een hele diepe... Nog beter kijken.

EN TOEN VERDOMD! Het was die haar weer!! Een heel stug minihaartje, en pikzwart! Is dit een gemuteerd donshaartje ofzo? Heb ik haarkanker? Valt daarom de hele vetbende uit? Nee toch?? Nou ja, dit keer was ik thuis, dus pakte ik mijn pincet en *plok* trok het eruit. Even misprijzend ernaar kijken en weg ermee. Of... Zou ik het moeten bewaren?

MIJN HAARPOT

Ok dus ik heb een haarpot. Effe rustig met alle "ieuws" "gatvers" en "SMERIG GOOR VARKEN DAT JE BENT" dat hoor ik meer dan genoeg op dagelijkse basis en we hebben allemaal wel onze eigenaardigheden, ja? Ik heb een haarpot. Waar ik alle intressante haren in doe die ik in de loop der jaren uit mijn baard/schouders/neus trek. OK?? Ik laat express geen foto zien want ik voel de vibe alweer. BEDANKT. Bedankt dat jullie mij nu onzeker laten voelen. Nee echt. BEDANKT. Ik wilde nog zeggen hoe cool het was, en dat er zulke oude haren tussen zitten dat de stukjes vel eraan nu gemummificeerd zijn en grapjes maken over hoe ik misschien een schimmel ervan op zal lopen a la de vloek van Tutanchoman HAHA lachen maar NEE. Genoeg.

Hoe dan ook, ik bewaarde het. En na een paar maanden wreef ik over mijn neus, en u raad nooit wat teruggekomen was (of misschien wel). U raad ook nooit wat ik daar toen mee deed (wederom, misschien wel, het is niet mijn plaats uw mogelijke intelligentie in te schatten dat kunt u vast zelf wel (of misschien niet).

Ik bewaarde ze. Eerst niet allemaal.


Fig 2: een kleine selectie uit de haarpot.

U kunt hier ook goed zien hoe de wetenschappelijke geest in mij langzaam begon te celdelen en te vermeerderen tot ik zwanger was van een héél mooi babywetenschappetje. Eerst plakte ik het gewoon op een papiertje (anders zou ik ze kwijt raken tussen alle joekels van binnenneusharen en krullende baardharen), later begon het categoriseren. Want wanneer precies trok ik al die haren er nou uit? En een gedachte begon zich te vormen... Had ik niet ooit gelezen dat een haar iets van zeven keer groeit, afsterft, en weer terugkomt voordat het voorgoed verdwijnt?
"Hoe vaak zou dit ding terugkomen," vroeg ik mij diep mompelend af...

PAMPAHM PAHM PAHM PAAMMMM (DIT IS WEER EEN LINK (NAAR DEEL DRIE DIT MAAL))